Drugsbestrijding kost veel geld, maar niemand weet hoeveel

Bestrijding van drugscriminaliteit is een topprioriteit voor politie en justitie. Vreemd genoeg houdt niemand bij hoeveel die aanpak kost, in mensen en geld. Maar volgens informele schattingen is de politie er 50 tot 70 procent van haar capaciteit aan kwijt. Ook de rechterlijke macht, FIOD, douane, Defensie en gemeenten komen om in het werk dat de drugsbestrijding met zich meebrengt.

Het was de grootste drugsvangst ooit in Nederland. Maar liefst 8064 kilo cocaïne vond de douane op 13 juli in een lading bananen uit Ecuador in de Rotterdamse haven. Dat was het dubbele van de vorige recordvangst in 2022, toen er 4180 kilo in beslag werd genomen.

Het zijn geen records om feestjes bij te vieren.

Het afpakken van drugs leidt tot ruzies in de onderwereld, met een golf van geweld tot gevolg. In de grote steden heeft de politie de handen vol aan bijna dagelijkse aanslagen met handgranaten en zwaar, illegaal vuurwerk.

Politie, Justitie, douane, Defensie en andere overheidsdiensten kraken onder de bestrijding van drugs. Follow the Money schreef in 2022 dat alleen al het beveiligen van De Bunker, de rechtbank in Amsterdam-Osdorp, per zittingsdag van het Marengo-proces de inzet vergt van zo’n 300 tot 350 politiemensen.

Hap uit budget

Het gebrek aan capaciteit leidde tot een ‘haast onverantwoorde situatie’, zo stelde de politie vorig jaar. Daarom moest Defensie een deel van de beveiliging overnemen. Maar ook het leger heeft er de capaciteit niet voor om nog veel langer voor De Bunker te posten, meldde Follow the Money in mei.

Ook de Hedelse afpersingszaak vrat toen nog politiecapaciteit, hoewel de politie om veiligheidsredenen niet wil vertellen hoeveel precies.

Andy Kraag, hoofd van de Landelijke Recherche, schatte vorig jaar in een uitzending van het tv-programma Op1 dat driekwart van zijn mensen bezig is met drugs, en dat geldt volgens hem ook voor de regionale recherche.

Drugs zijn dé topprioriteit in de misdaadbestrijding en leggen een enorm beslag op de capaciteit van de politie, FIOD, douane en andere overheidsdiensten. Maar niemand houdt officieel bij om hoeveel mankracht en geld het precies gaat. Dat is vreemd, want alleen al bij de politie moeten de kosten enorm zijn.

De politie is met bijna 64 duizend medewerkers de grootste werkgever van Nederland en drugs nemen een flinke hap uit haar jaarlijkse budget van 7,3 miljard euro.

Ramingen

Hoe groot die hap is weten we niet. Follow the Money maakte een ronde langs politie, het Openbaar Ministerie, de rechterlijke macht, FIOD, douane, het ministerie van Justitie en andere departementen, gemeenten en de Algemene Rekenkamer, en overal was het antwoord hetzelfde: de kosten van drugsbestrijding houden we niet apart bij.

Er zijn informele ramingen, zoals die van Andy Kraag van de Landelijke Recherche.

Wetenschappers hebben door de jaren heen wel pogingen ondernomen, maar ook zij kwamen niet verder dan schattingen en bovendien zijn hun cijfers inmiddels achterhaald.

Omdat niemand bij de overheid het antwoord weet, schakelde het inmiddels opgeheven ‘Aanjaagteam Ondermijning’ in 2020 Andersson Elffers Felix in om de maatschappelijke kosten van drugs en de bestrijding ervan in kaart te brengen. Dit consultancykantoor kwam uit op tussen de 3,2 miljard en 4,1 miljard euro per jaar.

Daarvan zou tussen de 1,8 en 2,7 miljard opgaan aan strafrechtelijke kosten (politie, justitie, gevangenissen) en nog eens 1,370 miljard aan medische, sociale en economische kosten. Zo zijn alleen al de banken jaarlijks zo’n 550 miljoen euro kwijt aan het bestrijden van witwassen, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar drugsgeld.

De rekensommen van de onderzoekers van Andersson Elffers Felix zijn transparant en voor zover mogelijk goed onderbouwd, maar ook zij liepen tegen het probleem aan dat er weinig betrouwbare cijfers zijn. Ze stellen zelf dat het door hen genoemde totaalbedrag van 4,1 miljard euro waarschijnlijk een onderschatting is.

Lacunes

Dat is wel zeker, want het consultancykantoor schat de belasting voor de politie conservatief in.

Zo zou de Landelijke Eenheid van de politie tussen 25 en 35 procent van haar capaciteit besteden aan drugs. En dat terwijl Andy Kraag van de Landelijke Recherche zelf stelt dat driekwart van zijn mensen met drugsbestrijding bezig is.

Ook de kosten van bijvoorbeeld de FIOD, douane en brandweer zijn niet vermeld, omdat de consultants daarvan geen data konden vinden.

En evenzo is onbekend wat de gemeenten uitgeven, terwijl alleen al in Noord-Brabant burgemeesters honderden drugspanden per jaar sluiten.

Opvallende afwezige in het rapport is Defensie, terwijl de Koninklijke Marechaussee ook op drugs jaagt, de Koninklijke Marine in het Caribisch gebied patrouilleert om cokesmokkel tegen te gaan, en de Landmacht militairen inzet voor bewaking van De Bunker.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) wordt evenmin genoemd, terwijl die toch geregeld drugs in beslag neemt.

Cijfers ‘uit de heup’

Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB), schat het aandeel van drugs op de totale hoeveelheid politiewerk tussen de 60 en 70 procent. Dat zijn de getallen die hij vorig jaar hoorde bij een informeel belrondje langs lokale vakbondsbestuurders. Hij noemt het zelf ‘uit de heup schieten’, maar het zijn wel ramingen die rechtstreeks van de werkvloer komen.

‘Het is ook nogal afhankelijk van waar je werkt,’ zegt Struijs. Rechercheurs bij de Landelijke Recherche of in de regio’s Amsterdam en Brabant zullen er veel tijd aan kwijt zijn, en dat geldt ook voor agenten op straat in de grote steden.

Het werk kan direct om drugs gaan, zoals bij de arrestatie van een straatdealer, maar ook indirect, zoals bij een persoon met onbegrepen gedrag die onder invloed is. Het kan ook in bureaucratie gaan zitten, omdat rechercheurs bijvoorbeeld veel tijd kwijt zijn met aanvragen van telefoon- en internettaps.

Drugs leggen de laatste decennia zeker een steeds groter beslag op de politie, zegt Struijs. ‘Dienders die in de jaren vijftig of zestig begonnen zijn, waren toen veel meer bezig met openbare orde op straat.’

Struijs’ waarneming sluit aan bij de cijfers in de jaarlijks verschijnende Nationale Drug Monitor van het Trimbos-instituut.

Registratie

Die Monitor liet bijvoorbeeld in 2015 zien dat bijna driekwart van de opsporingsonderzoeken naar meer ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit te maken heeft met drugs. Dat zijn dus de grotere rechercheonderzoeken, die meer mankracht vergen.

Latere edities van de Monitor maken dat onderscheid tussen grote en kleinere opsporingsonderzoeken niet meer, maar melden wel elk jaar dat het totaal aantal drugszaken blijft stijgen.

Het Openbaar Ministerie zegt in zijn recentste jaarbericht dat van alle onderzoeken onder verantwoordelijkheid van de arrondissementen ‘het merendeel zich richt op de productie van en handel in drugs en het witwassen van de daarbij verdiende winsten’. Daarnaast zijn er de strafonderzoeken naar zaken die samenhangen met drugscriminaliteit, vaak geweldsmisdrijven.

Van de 1697 strafrechtelijke onderzoeken in 2022 gingen er 660 over drugs. Een groot – maar onbekend – deel van de andere richtte zich op zaken als witwassen, wapens, en levensdelicten die voortkomen uit ruzies tussen drugscriminelen.

Strafrechtelijke onderzoeken in de arrondissementen

Bij het Landelijk Parket waren drugs goed voor 126 van de 337 zaken, met daarnaast nog een groot aantal waarin drugs een rol speelden.

Lastig kwantificeren

Dat er weinig exacte cijfers zijn van de kosten van drugsbestrijding heeft een aantal redenen. Voor een deel kúnnen die niet exact gemeten worden, omdat opsporingsdiensten allerlei taken hebben en ze van tevoren niet altijd weten waar ze tegenaan lopen.

Een douanier kan in een koffer drugs aantreffen, maar ook gesmokkelde drank, sigaretten of een opgezette zeldzame vogel. Voor de Marechaussee en de politie op straat geldt hetzelfde: ze kunnen van alles tegenkomen, waaronder drugs.

Om die verscheidenheid in beeld te brengen en meetbaar te maken, zouden alle opsporingsambtenaren tijd moeten schrijven, maar dat zou een gigantische bureaucratie veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan boswachters die moeten gaan bijhouden hoeveel tijd ze kwijt zijn met drugsafval.

Een groot deel van het recherchewerk is wel te plannen en in principe te meten – maar het probleem is dat de systemen van politie en justitie zijn ontworpen om de gegevens van opsporingsonderzoeken te verwerken – niet om inzicht te bieden in werkdruk of om de effectiviteit en efficiency van de organisaties te meten.

Je hebt dus wel een beeld van het aantal overtredingen van de Opiumwet, maar dat zegt niets over de hoeveelheid werk die eraan vastzit. Dat kan gaan om een simpele inbeslagname, maar ook om een complex rechercheonderzoek met tientallen verdachten.

Aan de andere kant staan gigantische strafzaken waar permanent honderden politiemensen mee bezig zijn – en die de dienstroosters in hun voegen laten kraken – niet in de boeken als drugsdelict.

Denk hierbij aan het Marengo-proces tegen Ridouan Taghi en de Hedelse afpersingszaak. Bij Marengo gaat het om moorden, in Hedel ging het om afpersing en geweld. Maar beide zaken zijn begonnen met conflicten over cocaïne.

Ook de meeste liquidaties hangen samen met drugshandel, zo blijkt uit de Nationale Drug Monitor. Ze tellen alleen niet mee als een drugszaak, terwijl ruzies over geld of ladingen coke vrijwel altijd de oorzaak zijn.

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid stelt dat in Nederland 90 procent van de georganiseerde misdaad te maken heeft met drugs.

Ondermijning

Het lastige is dat de autoriteiten in Nederland steeds het woord ‘ondermijning’ gebruiken.

Dat woord staat niet in het wetboek van strafrecht en is ook niet eenduidig gedefinieerd. Het kan in theorie dus over allerlei misdaden gaan. Maar Andersson Elffers Felix is er duidelijk over: ‘Uit onderzoek is naar voren gekomen dat in 99,9 procent van de gevallen ondermijning een relatie heeft met drugscriminaliteit.’

De term ‘ondermijning’ veroorzaakt in de dagelijkse praktijk veel verwarring.

In de afgelopen jaren zijn minstens 126 initiatieven en projecten tegen ondermijnende misdaad gestart, die tot 2022 zeker 916 miljoen euro hebben gekost. Maar het is onmogelijk te achterhalen in hoeverre die projecten zich richtten op drugskwesties, en wat de effecten waren, zo bleek vorig jaar uit een gezamenlijk onderzoek van het opinieweekblad De Groene Amsterdammer, het journalistieke platform Investico, radioprogramma Argos (VPRO/HUMAN) en Follow the Money.

Vergelijkbaar schimmig is de erfenis van het Multidisciplinair Interventieteam (MIT), dat Ferd Grapperhaus, de toenmalige minister van Justitie, oprichtte na de moord op advocaat Derk Wiersum. Het MIT ging in bureaucratisch gekrakeel ten onder, zoals Follow the Money vorig jaar beschreef. Het is lastig om vast te stellen hoeveel de overheid daaraan precies heeft uitgegeven.

De vraag hoeveel het Nederlandse drugsbeleid precies kost, is dus al decennialang niet goed te beantwoorden. Dat is problematisch, want het gaat om de besteding van vele miljarden.

Juist omdat niemand weet om hoeveel geld het gaat, staat het politici en commentatoren vrij om allerlei gratuite uitspraken te doen. Zo schrijft Pieter Tops, emeritus hoogleraar Ondermijningsstudies, in het boek Nederland Drugsland dat de bestrijding ‘een ondergeschoven kind’ is en dat het ontbreekt aan ‘prioriteit en capaciteit’.

Het gevaar van dit soort opmerkingen is de suggestie dat politie en justitie weinig doen: als ze er nu maar eens wat harder aan zouden trekken, dan krijgen we de drugshandel er wel onder.

Dat is precies wat de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb en zijn Antwerpse collega Bart de Wever eind vorig jaar in de Volkskrant beweerden: ‘De war on drugs werkt niet? Begin er eerst eens aan.’ Waarmee zij dus ook suggereerden dat de overheid gewoon een tandje bij moet zetten, terwijl politie, justitie en rechterlijke macht allemaal in hun voegen kraken en nu al zaken moeten laten vallen.

Meer aandacht voor drugs betekent minder aandacht voor alle andere dossiers. Zo deden alle arrondissementen van het OM tezamen de laatste twee jaar geen kinderpornozaken, en het Landelijk Parket 28.

Ook fraude, vermogensdelicten, zedenmisdrijven en cybercriminaliteit komen er bekaaid af, vergeleken met de enorme aantallen drugszaken.

Criminologen wijzen erop dat door alle eenzijdige aandacht voor drugssmokkel er te weinig oog is voor de bedreigingen door statelijke actoren, zoals Rusland en China, die zeer geïnteresseerd zijn in onze vitale infrastructuur.

‘Bewust vaag’

Oud-vakbondsbestuurder Hans van Duijn, de voorganger van Jan Struijs, pleit al jaren voor een rationeler drugsbeleid.

Hij begrijpt ook niet waarom we geen betere cijfers hebben, maar hij heeft wel een vermoeden: ‘Ik denk dat ze het opzettelijk buiten beeld houden. We hebben niet één betrouwbaar cijfer over drugs. Niet over productie, niet over uitvoer. Door het vaag te houden, kun je steeds blijven roepen hoe erg het is en dat je er van alles aan doet.’

Van Duijn duidt bijvoorbeeld op de beweringen dat er alleen al in Tilburg 800 miljoen euro zou omgaan in wiet; dat het grootste deel van de Nederlandse cannabis voor de uitvoer bestemd is; en dat de wietproductie een oppervlakte ter grootte van de provincie Utrecht in beslag neemt. Voor geen van deze drie is ooit een spoor van bewijs gevonden.

‘Als ik korpschef was zou ik op dag 1 willen weten om hoeveel capaciteit het gaat,’ zegt Van Duijn.

‘Ik denk dat ze iets te verbergen hebben. Er is na de reorganisatie heel veel veranderd bij de Nederlandse politie. Die is veel meer naar binnen gericht, ze zijn meer bezig met informatie en intelligence. Het is allemaal harder geworden. Er is minder blauw op straat, er zijn ’s nachts nauwelijks auto’s op de weg, maar ik zie geen enkel resultaat.’

Van Duijn overdrijft niet.

Er zijn de afgelopen jaren de nodige evaluaties van het drugsbeleid geschreven en die stemmen niet vrolijk. Er zijn nauwelijks meetbare doelstellingen geformuleerd en resultaten laten zich ook nauwelijks meten. Er is geen ‘Afpakmonitor’, die bijhoudt wat de overheid jaarlijks weet binnen te halen van het vermogen van (drugs)criminelen. Zelfs iets ogenschijnlijk simpels zoals het bijhouden van in beslag genomen cocaïne stuit op registratieproblemen.

Onderzoekers die decennia aan drugsbeleid bestudeerden, constateren dat door opeenvolgende kabinetten nimmer ‘goed meetbare doelstellingen’ werden geformuleerd, maar er altijd voor politieke speelruimte werd gezorgd. Ook termen als ‘aanpakken’, ‘interventies’, ‘ondermijning’ en ‘georganiseerde criminaliteit’ werden door de politiek verantwoordelijken niet duidelijk gedefinieerd.

Cocaïne

Het gebrek aan aandacht voor de effectiviteit van het beleid is goed te zien bij coke, de drug die de laatste jaren verreweg de meeste aandacht kreeg van politie en justitie. Alle rechercheonderzoeken en recordvangsten hebben geen enkel effect gehad op het aanbod, de prijs en het gebruik.

De Nationale Drug Monitor meldt dat de prijs voor een gram cocaïne al sinds 2008 ongewijzigd ongeveer 50 euro is. Daarmee is coke een van de weinige producten die niet duurder zijn geworden: gecorrigeerd voor inflatie had een gram nu rond de 70 euro moeten kosten.

Tegelijkertijd is de zuiverheid flink toegenomen: klanten krijgen nu meer coke voor hun geld dan in 2008.

De Amsterdamse driehoek (burgemeester, OM, politie) schreef in 2021 ook met zoveel woorden ‘dat het rechercheren, opsporen en uitnemen van handelswaar nagenoeg geen invloed heeft op de consumentenprijs op straat. Er zijn kennelijk zoveel drugs op de markt, dat een grote inbeslagname totaal geen invloed heeft op de dagprijs. Daarmee heeft het dus ook geen invloed op de georganiseerde criminaliteit’.

Ondanks al die tegenslag breidt de war on drugs zich alleen maar verder uit.

Meer opsporing, meer projecten

De Nationale Drug Monitor meldt al jaren dat er steeds meer opsporingsonderzoeken naar drugs worden gestart. De afgelopen jaren zijn lachgas, de hallucinogene drank ayahuasca, en het XTC-achtige 3-MMC verboden.

Het stelsel Bewaken en Beveiligen – allemaal gericht op mensen die bedreigd worden door drugscriminelen – krijgt er structureel ruim 100 miljoen euro bij.

Burgemeester Aboutaleb streeft ernaar om de hele Rotterdamse haven drugsvrij te krijgen.

Vorige week nog pleitten Pieter Tops en oud-burgemeester Peter Noordanus (de drijvende kracht achter de bestuurlijke aanpak van ondermijning) voor een intensievere aanpak van drugscriminaliteit, waarbij vooral de gemeenten meer moeten gaan doen.

De gemeenten zijn ook al betrokken bij het nieuwe programma ‘Preventie met gezag’, dat beoogt jongeren uit de criminaliteit te houden.

Experts maakten er in het Tijdschrift voor Veiligheid al gehakt van. Jongeren bang maken voor drugs werkt niet en kan zelfs contraproductief zijn, zo blijkt uit onderzoek.

Hoe slim is het om kinderen op basisscholen, die nog nooit van XTC gehoord hebben, les te geven over de effecten ervan? Of aan jongeren uit te leggen dat je met drugs dealen heel veel geld kan verdienen?

Toch wordt dit educatieve programma nu voor 103 miljoen euro per jaar uitgerold over heel Nederland.